DE LASTIGHEID DER DINGEN

“Hallo, is er inmiddels een locatie?”

"Hallo, is er inmiddels een locatie?" Een bericht vorige week, via onze Facebookpagina. “Nee, helaas. Maar als dat zo is zie je dat op onze pagina.” is mijn antwoord.

“Ik werd vandaag aangesproken door iemand van het RIBW. Zij hebben een super kunstenaar die bij ons aan de slag wil.” Een gesprek tussen Rob en mij. Maar we hebben geen antwoord.

Vriendin C: “Mag ik een kritische vraag stellen? Is het niet zo dat je mensen het idee geeft dat iets is waar zij helemaal thuis zouden zijn, maar je kunt ze eigenlijk nergens heen laten gaan?” Ja. Inderdaad. Zo is het. Ik zucht.

Laat me je mee nemen in hoe het gaat. Om de kunstenaars echt te kunnen laten werken op een vaste basis, is er een pand nodig. Een pand kost geld. Tot op heden heeft niemand van ons ergens een oudoom uit Australië die een hoop geld heeft achter gelaten, wat maakt dat het sprokkelen is.

We geven workshops. We doen dit vrijwillig. Al het geld gaat naar het museum. Maar er zijn niet genoeg workshops om de huur van te betalen.

broken image

Als we een workshop geven, vragen mensen waarom dit concept nog niet in Tilburg bestaat. Iedereen is altijd enthousiast. Iedereen denkt vol liefde mee. Maar het helaas altijd op hetzelfde neer: geld.

Voor mensen die The Living Museum kennen of ervaren hebben, is het onbegrijpelijk dat er nog geen Living Museum in Tilburg is. Voor mensen die The Living Museum niet kennen, is het onbegrijpelijk waarom zij gevraagd worden financieel te ondersteunen.

In een volgend leven word ik politicus. Ik heb nog nooit zoveel gepraat in mijn leven om dingen voor elkaar te krijgen. En ik hou van praten, heus, maar het is soms ook zo frustrerend.

Het blijft voor ons lastig om te moeten zeggen dat we nog geen plek hebben. Maar onthoud goed: NOG geen plek. Focus op dat ene woord. Wij zijn ervan overtuigd dat die plek komt. We zijn aan het kijken of we pop-up Living Museum kunnen organiseren. Dat is intensief, maar we vinden dat de kunstenaars het verdienen. We gunnen hen, maar ook ieder ander die positieve vibe. We blijven workshops geven. We blijven praten. We hopen zo meer zichtbaar maken wat we doen. Dat anderen het ook gaan begrijpen. Dat anderen willen helpen. Dat anderen de kunstenaars een meer permanente basis gunnen.

Ik kijk naar buiten, de zon schijnt weer eens, eindelijk. Ik pak een slok water. Op naar het volgende gesprek.

TP